Waar slaat dit op?


Kip, ei, kip, ei . . . . Niet alleen de kip, maar alle vogelsoorten planten zich voort met behulp van eieren. Net als reptielen, amfibieën en vissen dat doen. Zoogdieren niet, die baren hun jongen 'levend'. Dieren die zich in eieren ontwikkelen beschikken over een dooierzak vol voedingsstoffen. Ook ongeboren zoogdieren hebben een dooierzak. Maar die van hen bevat geen dooier. Wel hebben zij het DNA dat nodig is voor het maken van dooier, maar dat gebruiken ze dus niet. Er leven trouwens enkele soorten zoogdieren die wel eieren leggen. Je kunt je afvragen waar dit allemaal op slaat, waarom dat allemaal zo is. Of beter: hoe dat zo gekomen is. Hier vind je enkele van de opmerkelijkste feiten over de natuur, afkomstig uit diverse natuurwetenschappen.


Orde

In de veelheid aan soorten zit orde. Biologen orden soorten op overeenkomsten. Die overeenkomsten zijn geen toeval, ze komen door hun verre verwantschap.

Tegenwoordig leven er naar schatting 8 miljoen soorten organismen. Slechts 1,9 miljoen soorten daarvan zijn ontdekt en van een naam voorzien (bron). Nu blijkt elke soort, hoe verschillend ook, overeenkomsten te hebben met andere organismen. Door deze overeenkomsten zijn organismen te ordenen in groepen, en die weer in grotere groepen. Neem bijvoorbeeld de kip, een soort kamhoen. De kamhoenders behoren tot de familie van fazantachtigen. Alle fazantachtigen maken deel uit van een grotere groep, de hoendervogels. Samen met alle andere gevederde dieren behoren deze dieren tot de groep vogels. Vogels behoren tot de gewervelden, die tot de groep van dieren (dierenrijk) behoren. Samen met de schimmels en de planten behoren de dieren tot de groep van organismen met celkernen (eukaryoten). Voeg daarbij de groep van bacteriën en de verzameling 'levende dingen' is compleet.

  • Hoe kan het dat een vogel iets heeft van een verbouwd reptiel (kijk maar naar de schubben op de poten)?
  • Hoe komt het dat reptielen als hagedissen lijken op een verbouwde salamander (beide hebben longen)?
  • En hoe komt het dat amfibieën iets hebben van vissen (allemaal moeten ze hun eitjes in het water leggen)?
  • Hoe komt het dat al deze dieren een ruggengraat of wervelkolom hebben?

Zie hier voor een fotopresentatie van de belangrijkste groepen.


Poten

Voorpoten van (met de klok mee) de mens, een walvis, een vogel en een hagedis. Daaronder ook die van een kat en een vleermuis. Vogels hebben drie, deels vergroeide vingers. Als embryo in het ei ontwikkelen ze enige tijd vijf vingers.

Veel bekende diersoorten hebben een viervoetige bouw: ze hebben twee achterpoten en twee voorpoten. De voorpoten zien er niet alleen heel verschillend uit, ze worden ook heel verschillend gebruikt. Kijk maar eens naar de voorpoten van een mens, een hagedis, een dolfijn, een vleermuis, en vogel. De een gebruikt ze om dingen mee vast te pakken, de ander om mee te lopen, weer een ander om mee te zwemmen of juist om mee te vliegen. Maar vergelijk de voorpoten van de kip eens met die van een buizerd, zwaluw en een pinguïn. De kip kan er alleen mee fladderen en de onderste boomtakken mee bereiken. Terwijl de buizerd er mee tot grote hoogte kan komen. De zwaluw is snel en wendbaar, net als de pinguïn onder water. Maar die komt met zijn voorpoten nog geen meter in de lucht. Viervoeters, hoe verschillend ook, hebben in hun ledematen de volgende serie botten:

  • één lang bot dat aan de romp vast zit (bovenarm) met aan het eind een gewricht (elleboog/knie);
  • twee (bij sommige soorten één) naast elkaar gelegen botten (onderarm), met aan het eind een gewricht (pols/enkel);
  • een aantal korte botjes (pols/enkel);
  • en tot slot één tot vijf rijen botjes (middenhands/-voetsbeentjes en vinger-/teenkootjes).

Hoe komt het dat de poten van gewervelde dieren dezelfde bouw hebben?


Dom

Loop van de stembandzenuwen bij vierpotige dieren. De omweg moet het langst zijn geweest bij Supersaurus vivianae: 28 meter.

Lichamen zitten vernuftig in elkaar. Aan alles is gedacht, zo lijkt het. Toch is het niet altijd even slim. Een ingenieur zou van ontwerpfouten spreken. Neem bijvoorbeeld de zenuwen voor het gebruik van de stembanden. Deze lopen van de hersenen naar het strottenhoofd, maar wel met een enorme omweg. De stembandzenuwen gaan, gebundeld met andere zenuwen, door de hals de borstholte in. Achterlangs enkele grote bloedvaten bij het hart keren de stembandzenuwen terug de hals in. Vlakbij het vertrekpunt komen de zenuwen dan eindelijk bij het strottenhoofd. Hoe langer de nek, des te groter is de omweg. (Bron)

Het netvlies in de ogen van gewervelde dieren zit verkeerd om. De lichtgevoelige cellen (staafjes en kegels) zitten namelijk achter de laag zenuwcellen die de verbinding met de hersenen verzorgen. Die laag dimt zo de lichtstralen en zorgt ook nog eens voor de blinde vlek. De inktvis (geen gewerveld dier maar een weekdier) heeft een vergelijkbaar oog, maar dan zonder deze beperkingen. Bij hen zitten de lichtgevoelige cellen op de eerste rang. (Bron)

  • Hoe komt het dat de stembandzenuwen een flinke omweg maken en dat het netvlies bij gewervelden verkeerd om zit?
  • Hoe komt het dat de luchtwegen en het spijsverteringskanaal elkaar kruisen, waardoor je in je eten kunt stikken?
  • Hoe komt het dat de mens onbelangrijke organen heeft als de achterste kiezen (verstandskiezen), die niet eens iedereen krijgt?
  • Hoe komt het dat de mens een onbelangrijk orgaan heeft als de blinde darm met aanhangsel, waarvan je doodziek kunt worden?